Langdurig en onbetaald zorgen voor een partner, familielid, vriend of bekende, noemen we mantelzorg. De meeste mantelzorgers verzorgen hun eigen partner.
Zorgen voor een partner kan tijdelijk zijn. Een gebroken enkel kan genezen en daarna pakt u beiden uw oude leven weer op. Maar soms is de zorg blijvend. Zoals bij chronische aandoeningen, langdurige lichamelijke beperkingen en geestelijke achteruitgang. Als mantelzorger begeleidt u dan bijvoorbeeld uw partner naar de dokter, hulpverleners en het ziekenhuis. Maar vaak pakt u daarnaast ook allerlei andere dingen op. Bijvoorbeeld huishoudelijke klussen, regeltaken, de administratie of de persoonlijke verzorging van uw partner, zoals aankleden en wassen. Dit alles kan gevolgen hebben voor de band tussen u en uw partner. Wat verandert er bijvoorbeeld?
Het is niet meer gelijkwaardig
De gelijkwaardigheid tussen u beiden verandert als uw partner steeds afhankelijker van u wordt. U gaat op een andere manier met elkaar om. Het is niet langer vanzelfsprekend om elkaar te steunen of op elkaar te vertrouwen, om persoonlijke gesprekken te voeren en om dezelfde grapjes te lachen. U kunt uw gevoelens niet altijd meer delen met uw partner. Samen een beslissing nemen wordt lastiger. Elkaar begrijpen ook.
U vindt elkaar minder aantrekkelijk
De behoefte aan lichamelijke nabijheid en seks verandert. De ‘zieke’ heeft er misschien minder behoefte aan, u als mantelzorger heeft er minder tijd en energie voor. U bent beiden minder aantrekkelijk voor elkaar. Partners en minnaars veranderen dan in verzorgers en patiënten.
U bent niet meer wie u was (en uw partner ook niet)
U kunt moe worden van uw taken als mantelzorger, uw partner kan moe zijn vanwege zijn of haar aandoening. Vermoeidheid heeft veel invloed op hoe u zich voelt. U ergert zich eerder aan de ander of wordt moedeloos van de situatie, omdat het moeilijk is om het samen gezellig te houden. Bij Alzheimer of dementie kan het gedrag nog veel meer veranderen. Uw partner zegt misschien dingen die u niet gewend was. Uw partner overziet niet meer alles en is daardoor misschien angstig of boos. En u weet niet goed hoe u hiermee om moet gaan.
Wat helpt?
Herkent u dit helemaal of een beetje? U bent u niet de enige. Onderzoek van MantelzorgNL laat zien dat 40 procent van de ondervraagde mantelzorgers het mist dat ze niet meer alles met hun partner kunnen bespreken. 45 procent mist vooral de lichamelijke vertrouwdheid van vroeger. Maar er is ook een andere kant. Veel partners zeggen dat hun band door de ziekte en de mantelzorg sterker is geworden. Ze ontdekten onverwachte krachten in zichzelf en merkten dat hun relatie zich verdiepte. Hieronder vindt u twaalf tips die kunnen helpen om uw relatie waardevol te houden. Tips waar u misschien uw voordeel mee kunt doen als u mantelzorger bent voor uw partner. En die u misschien ook wel herkent.
- Zoek samen naar een nieuw evenwicht. De ander álles uit handen nemen is meestal niet nodig en niet goed. Het geeft uw partner het gevoel dat hij of zij niet meer meetelt. En u heeft het gevoel dat u er alleen voorstaat.
- Neem negatief gedrag niet persoonlijk op. Een chronische aandoening hebben is zwaar. Het is normaal dat uw partner soms boos of gefrustreerd is.
- Probeer niet te vechten tegen verslechtering, maar beweeg erin mee. Merkt u dat wandelen niet meer kan, ga er dan op uit met de rolstoel. Zo leert u zich te richten op wat er nog wel kan, in plaats van op wat er niet meer kan.
- Koester momenten. Zowel voor uzelf als voor uw partner is het waardevol om extra stil te staan bij de mooie momenten. Samen een kopje thee drinken in de zon. Een fijne dag met één van de kinderen. Een schrift waarin u deze momenten opschrijft, kan helpen hier extra aandacht aan te geven.
- Vraag hulp. Iedereen kan mantelzorg geven. Dat gaat helemaal niet om zware of vervelende klussen. Vrienden en familieleden zullen het fijn vinden om ook iets voor u beiden te betekenen. De één leest de krant met uw partner, de ander kookt wekelijks of neemt uw partner mee naar buiten voor een frisse neus. Schakel ook professionele hulp in. Huishoudelijke hulp via de gemeente, de thuiszorg via uw huisarts.
- Probeer de aandoening van uw partner te begrijpen. Lees over de ziekte en stel hem of haar vragen. Waar doet het pijn en wanneer? Waar heeft uw partner het meeste last van en wat helpt hem of haar? Waar is hij of zij het meeste bang voor?
- Blijf respectvol. Ook al kan uw partner door geestelijke achteruitgang de wereld niet meer goed begrijpen en zegt hij of zij soms rare dingen. Behandel uw partner niet alsof hij of zij niets meer betekent. Want daar wordt hij of zij alleen maar onzeker van. En uw partner heeft het heus niet altijd mis. Soms doet uw partner vanuit zijn of haar verwarring, toch opeens hele wijze uitspraken.
- Parkeer gedachten over de toekomst. De toekomst is onzeker. Het is niet anders. Wat u beiden te wachten staat, is onbekend. Piekeren heeft niet zoveel zin. Geniet van wat er nu nog wél is. En los de problemen van nu op.
- Blijf samen leuke dingen doen. Iets leuks doen samen schiet er snel bij in als het met één van beiden minder goed gaat. Toch is het belangrijk voor de relatie. Blijf bewust dingen ondernemen, als is het maar iets kleins.
- Ga alleen op pad. Als uw partner het huis niet uit kan, betekent dat niet dat u ook thuis moet blijven. Ga af en toe even de deur uit. Winkelen, naar een museum, naar een vriendin, naar één van de kinderen. U leeft mee met uw partner, maar u hoeft niet mee te lijden.
- Koester lichamelijke intimiteit. Samen op de bank zitten is ook intiem. Naar muziek luisteren, elkaars hand vasthouden, tegen elkaar aankruipen in bed. Het zijn kleine momenten van grote betekenis. Omdat u elkaar op een liefdevolle manier aanraakt.
- Praat beiden open over uw wensen en verwachtingen.
Dit artikel is afkomstig van IkWoonLeefZorg.
Dit platform is een initiatief van Rabobank en Interpolis.
Afbeelding door prostooleh van Freepik